Financiële opvoeding
Uit onderzoek blijkt dat kinderen die al jong hebben leren omgaan met geld het later financieël beter doen. Vooral tussen 6 en 12 jaar wordt hiervoor de basis gelegd.
Met geld leren omgaan
Zodra kinderen kunnen tellen (vanaf ongeveer 6 jaar) kun je beginnen met zakgeld. Start met een klein bedrag en spreek af wat je kind ermee mag doen. Als ouder wil je je kind graag beschermen. Maar leren omgaan met geld betekent ook dat je fouten mag maken. Je kind kan beter als het jong is een miskoop doen, dan dat het later fouten maakt. Dan zijn de gevolgen vaak veel groter, omdat het om grotere bedragen gaat.
Leren uitstellen
In de financiële opvoeding is het ook belangrijk om behoeftes uit te kunnen stellen. Vooral jonge kinderen hebben moeite met sparen en geven hun zakgeld vaak direct uit. Probeer samen met je kind een concreet en realistisch spaardoel te bedenken: iets dat binnen een paar weken van het zakgeld te kopen is. Bekijk ook samen regelmatig hoeveel er al is gespaard en hoe lang het nog duurt voordat het artikel gekocht kan worden.
Leren plannen
Door te sparen, leren kinderen begrijpen dat niet alles direct te koop is, maar dat je voor bepaalde (dure) spullen eerst een tijdje geld opzij moet zetten. Zo leert je kind te plannen.