Spraak- en taalontwikkeling
Een baby is meteen vanaf de geboorte sterk gericht op praten en taal. De eerste jaren gaat de taalontwikkeling dan ook razendsnel. Jonge kinderen leren taal vooral thuis. Als ouder heb je daar zelf veel invloed op.
Praat veel tegen je kind
Baby's leren al taal voordat ze kunnen praten. Maak daarom veel contact met je baby en reageer als je kind contact met jou wil. Het is heel belangrijk dat je samen praat, samen speelt, voorleest en liedjes zingt. Vertel bijvoorbeeld wat je doet tijdens de verzorging van je baby. Bekijk samen een prentenboek en doe woordspelletjes met je kind, zoals "kiekeboe" en "Ik zie, ik zie…". Probeer te begrijpen wat je kind bedoelt en praat veel met je kind. Ook al praat je kind nog niet terug, je kunt toch al een gesprekje voeren. Op die manier leer je je kind praten.
Taalontwikkeling in het eerste halfjaar
Je pasgeboren baby hoort je stem en reageert daarop. Dat is al onderdeel van de taalontwikkeling. Huilen is ook communiceren voor kinderen. Daarmee kunnen ze aangeven dat er iets is. Kijk goed naar je baby en probeer te begrijpen wat er is als hij huilt.
Je kind begint ook te reageren op geluiden. Het hoort je stem en reageert daarop. Het draait de ogen of het hoofd naar het geluid toe.
Vanaf twee tot drie maanden maakt je kind al verschillende klanken en vanaf een maand of vier maakt het allerlei geluidjes (‘uh uh') en begint het te kraaien.
Taalontwikkeling tussen zes maanden en een jaar
Je kind luistert steeds beter wanneer mensen praten en probeert klanken van anderen na te doen. Op de leeftijd van zeven à acht maanden begint de brabbelfase. Je baby gaat verschillende klanken achter elkaar zeggen, zoals dada, baba, gaga met ook al wisselende toonhoogte. Dat heet brabbelen. Door je reactie leert je kind dat sommige klanken te maken hebben met papa of mama. Een Nederlandstalig kind zegt meestal eerst ‘papa' en dan ‘mama'. ‘Mama' is moeilijker dan ‘dada' of ‘papa'.
Vanaf negen maanden begint je kind eenvoudige opdrachten te begrijpen en later ook uit te voeren: ‘Geef maar aan mij.' Aan het einde van het eerste jaar herkent je kind woorden en gaat het reageren op de betekenis ervan. Bijvoorbeeld door te kijken en te wijzen. Je kind maakt gebaren, schudt het hoofd, wijst naar mensen of dingen, knikt en wuift. Je baby reageert ook op liedjes, bijvoorbeeld door geluiden en gebaren te maken.
Een kind van een jaar
Vanaf een jaar gaat het snel. Je kind doet een gesprek na door de klanken na te bootsen die het hoort. Dat zijn meestal nog geen echte woorden, maar het klinkt al goed. Je kind doet dit ook heel serieus en vindt zelf dat het echt aan het praten is.
Je kind gaat nu steeds meer woorden zeggen.
- Je kind begrijpt eenvoudige opdrachten als: ‘Pak de bal.'
- Het brabbelt veel en gevarieerd. Dit gebrabbel klinkt als de taal die je zelf spreekt.
- De meeste kinderen kunnen al ‘papa' en ‘mama' zeggen.
- Kinderen reageren nu op hun naam.
- Je kind kan lichaamsdelen aanwijzen bij een pop, bijvoorbeeld neus, hand en voet.
Meer weten over de taalontwikkeling van je baby?
Als je vragen hebt over de spraak- en taalontwikkeling van je baby, dan kun je terecht bij de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.
Ook op de website KindenTaal.nl van de Nederlandse Vereniging van Logopedie en Foniatrie vind je meer informatie.